|
Corsica, "Île de Beauté", het "Mooie Eiland", dankt zijn naam aan het buitengewoon prachtig landschap met zijn grillige rotskust, prachtige zandstranden, ruig bergachtig binnenland dat weelderig begroeid is en zijn onbedorven uithoeken! Maquisstruiken maar ook eucalyptus, lavendel, laurier, mirte, ... groeien hier in het wild. Vooral in de lente als alles bloeit en de wind de geur verspreidt kan je Corsica van op afstand ruiken. Napoleon Bonaparte, de beroemdste inwoner van Corsica, beweerde dat hij het eiland met de ogen dicht kon herkennen, alleen al aan de geur. |
Corsica, een Frans eiland, ligt in de Middellandse Zee tussen Frankrijk en Italië.
Ten noorden ligt de Ligurische Zee, in het westen de Middellandse Zee, in het oosten de Tyrrheense Zee en in het zuiden de Straat van Bonifacio. Met een oppervlakte van 8720 km² is Corsica het grootste eiland van Frankrijk en na Sicilië, Sardinië en Cyprus het grootste eiland in de Middellandse Zee. Sinds 1975 is het verdeeld in twee departementen: Corse du Nord met Bastia als hoofdstad en Corse du Sud met Ajaccio als hoofdstad. Het Frans is de officiële taal maar de Corsicanen spreken vooral het Corsu, dat verwant is aan het Toscaans. Corsica telt 300.000 inwoners, van wie ongeveer 100 000 echt Corsicaans is d.w.z. uit een familie komt die van het eiland afkomstig is. Van de 800.000 Corsicanen is de overgrote meerderheid vertrokken naar het vasteland, vooral naar Frankrijk, om daar een opleiding te volgen of werk te vinden. Aan de andere kant kwamen buitenlanders zich hier vestigen en zo bestaat de eilandbevolking nu voor 60 procent uit Fransen, Italianen en Noord-Afrikanen. Het binnenland is zeer dun bevolk. Meer dan de helft van de bevolking woont in de grote steden Bastia en Ajaccio. Corsica kent een hoofdzakelijk mediterraan klimaat wat zeer aantrekkelijk is voor toeristen. Tijdens de wintermaanden liggen de temperaturen rond de 14 graden en tijdens de zomermaanden tussen de 25 tot 35 graden. De kustlijn is 1000 km lang, 300 km daarvan zijn zand- en kiezelstranden. Het eiland heeft een berglandschap met als hoogste punt de met sneeuw bedekte Monte Cinto met een hoogte van 2710 meter. De noord- en westkust zijn steil en ruw, de oostkust is vlakker. Vroeger waren de bergvlaktes bewoond. Tegenwoordig leven er alleen herders met hun kudden. Het meest karakteristieke van het eiland is de maquis, de ondoordringbare, ruige, geurige begroeiing van de flanken. |
|
Dan is er nog de GR20, een bewegwijzerde wandelroute die diagonaal door Corsica loopt, van het noordwesten naar het zuidoosten, van Calenzana naar Conca. De route loopt dwars door het Parc Naturel Régional de Corse en gaat door spectaculaire en ruwe landschappen van het binnenland. Zowel bergwandelaars als natuurliefhebbers kunnen zich hier uitleven. |
Behalve de land- en wijnbouw is het toerisme de grootste bron van inkomsten. Er is zeer veel werkloosheid en het eiland is niet zelfverzorgend. Te veel producten moeten geïmporteerd worden en door de vervoerskosten is dit extra duur. Daarbij komt nog dat buitenlandse investeerders een groot deel van de verdiensten opstrijken. |
Een beetje geschiedenis ... Dat de Corsicanen zo'n eigenaardig, grimmig en opstandig volkje zijn dat halsstarrig aan zijn gewoonten houdt, is deels het resultaat van de jarenlange overheersing. Door zijn strategische ligging kende het eiland een constante dreiging van bezetters. Dit wordt de tijd van de vendetta's, de bloedwraak. Vooral tussen de 16de en 18de eeuw werd er veel gemoord doordat de Genuese autoriteiten weigerden zich te bemoeien met binnenlandse conflicten. Pas in 1920 werd bloedwraak op Corsica bij wet verboden. |
Vlag: De nationale Corsicaanse vlag toont een Morenhoofd met bandera op een witte achtergrond. In het Corsicaans wordt ze "A bandera testa Mora" of "De vlag met het Morenhoofd" genoemd. Op de oorspronkelijke vlag was de hoofddoek een blinddoek en de knaap een overwonnene. De Moren bedekten de ogen van hun gevangenen met een witte band als een teken van slavernij. Toen in 1755 Corsica onafhankelijk werd, wilde Pasquale Paoli dat de hoofddoek boven de ogen stond als trots symbool van de bevrijding. |
Corsicaanse vlag |
!!! Klik op de foto's of op de links voor vergroting en meer foto's !!!
Op alle foto's is een copyright van toepassing.
Gebruik van één of meerdere foto's mag mits vermelding van mijn naam als fotograaf.
Al lang wilden Willy en ik een reis maken naar Corsica, het naar mirte geurende eiland. Eindelijk is het dan zover. We zijn ingeschreven voor een groepsreis ingericht door Pasar. Op zaterdag 15 mei worden alle deelnemers verwacht in Pisa op Camping Torre Pendente. Vanuit Pisa is het slechts 25 kilometer naar Livorno waar we de veerboot naar Bastia zullen nemen. De reis naar Pisa maken we individueel. |
Donderdag, 13 mei 7.30 u, 9°C en droog. Voor we verder reizen kopen we bij het tankstation een vignet voor Oostenrijk wat ons 7,90 euro kost. We hebben tijd en kiezen voor de alternatieve wegen. Langs Imst, Landeck, met de SS40 over de Passo di Resia en met de SS38 via Merano rijden we tot Bolzano. Vanaf hier volgen we de SS12 tot voorbij Trento en richting Verona. Het is natuurlijk sneller via de snelwegen en de Brennerpas maar daar tegenover staat het mooie landschap waar wij ten volle kunnen van genieten. Ongeveer 30 km van Verona, ter hoogte van Pescantina verlaten we de SS12 richting Cisano di Bardolino naar Camping cisano aan het Gardameer. De camping aanvaardt zowel Acsi als Goldcard en is uitstekend voor een nachtje op doorreis. In de buurt is ook een camperplaats maar daar betaal je evenzeer 15 euro voor 24 uur. Onze keuze is vlug gemaakt. Al de hele dag staat een zacht lentezonnetje aan de hemel. Het is nog vrij vroeg zodat we lekker kunnen ontspannen en wandelen aan het meer. Pech,vervelende muggen zorgen er voor dat onze wandeling van zeer korte duur is.
Dag 2: 415 km |
Vrijdag, 14 mei - Pisa 9.00 u: We volharden in de boosheid en volgen de alternatieve wegen. Eerst rijden we richting Verona en Modena tot Bologna. Van Bologna tot Firenze, afrit Signa nemen we de snelweg en betalen daarvoor 6,80 euro. Van Firenze, Signa moeten we nog 75 km met de gratische Surperstrada S.G.C. Firenze-Livorno-Pisa (FI PI LI) naar Pisa. 1 km vóór de afrit in Pisa is een Agip-tankstation met camperplaats en servicezuil. Dat onthouden we alvast voor een eventueel latere reis. Om 15.30 u zijn we ter bestemming. We zijn niet de enigen van de groep die een dag vroeger in Camping Torre Pendente arriveren. Dat de reisleider op de infodag liet horen vroegkomers naar de mooiste plekjes van Pisa te gidsen, is hier zeker niet vreemd aan. De hele week plensde hier de regen met bakken neer. Het terrein ligt er zompig en drassig bij en het wordt een lastige opgave om een plek te vinden waar de camper niet in het slijk wegzakt. De werkmannen van de camping voeren constant kiezelsteentjes aan om de standplaatsen een beetje te verbeteren. Al hun moeite helpt niet veel. |
Detail Duomo |
16.00 u: We zijn uiteindelijk gesetteld en beslissen al direct naar het toeristisch centrum van Pisa te stappen.
Als we door de ommuring op het Piazza dei Miracoli komen, zijn we overdonderd door de prachtige, witmarmeren gebouwen op het groene grasplein.
Het licht van de laatavondzon versterkt nog dit schitterende beeld. We zijn positief verrast. Vrienden hadden nogal laatdunkend gezegd: "In Pisa is, behalve die scheve toren, niets te zien". De beroemde "Torre Pendente", de campanile van de Duomo, is inderdaad dé trekpleister. Tussen 1990 en 2001 was de toren uit veiligheidsoverwegingen gesloten voor publiek. Ondertussen is hij weer helemaal stabiel en kan, volgens deskundigen, de komende eeuwen niet instorten. De andere gebouwen, het Camposanto, de Duomo en het Battisterium, moeten echt niet onderdoen voor de "scheve toren"! Alle gebouwen kunnen bezocht worden maar er hangt een prijskaartje aan. Om de beroemde toren op te gaan betaal je 15 euro! Om alle gebouwen en twee musea te bezoeken betaal je 25 euro. Willy en ik vinden het gezellig om gewoon rond te slenteren, te genieten van de aparte sfeer op het plein en foto's te maken.
Dag 3: 338 km |
Piazza dei Miracoli - Battisterium |
Zaterdag, 15 mei - Pisa 7.30 u: Het heeft de hele nacht geregend; het regent nog! Deze voormiddag staat een bezoek aan Pisa op het programma. De regen is spelbreker ... de uitstap wordt uitgesteld. 13.30 u: Eugeen, onze reisleider, gidst ons tussen de regendruppels door naar de mooiste plekjes van Pisa. We beginnen natuurlijk op het Piazza dei Miracoli. Zelfs in de regen heeft het plein zijn charme. Maar er is nog meer moois en interessants te zien. We wandelen naar het Piazza dei Cavalieri, wat na het Piazza dei Miracoli, beslist het mooiste plein van Pisa is. Op dit plein staan een standbeeld van Cosimo de Medici en het Palazzo dei Cavalieri. Het paleis met zijn prachtige façade was vroeger het hoofdkwartier van een ridderorde, de Cavalieri di San Stefano. Tegenwoordig is de "Scuola Normale Superiore", een instituut van de Universiteit van Pisa, hier ondergebracht. Aan de andere kant van het plein zien we het Palazzo dell'Orologio met de middeleeuwse staatsgevangenis wat tegenwoordig een bibliotheek is. We wandelen verder langs de Arno tot Piazza Garibaldi, een gezellig plein in het hartje van de stad. Over de Ponte di Mezzo komen we aan de andere kant van de Arno bij de Santa Maria della Spina. Dit is een juweel van een kerkje dat vol staat met gotische siertorentjes en nissen met beelden van apostelen en heiligen. Verder is er nog de San Paolo a Ripa d'Arno, een kerk die gebouwd is in dezelfde Pisaans-romaanse stijl als de Duomo. Ondanks de regen genieten we ten volle van de rondleiding. |
19.00 u: Briefing in verband met morgen. Om 6.15 u willen we in groep vertrekken naar Livorno, naar de veerdienst Corsica Ferries voor de overzet naar Bastia. De vraag is, krijgen we onze campers uit die drassige standplaatsen? Om morgenvroeg zonder problemen en in alle stilte de camping te kunnen verlaten, vormen we alvast vanavond al een karavaan op het verharde tussenwegje. Sommige wagens moeten met veel mankracht en opspattende modder tot op de weg geduwd worden.
Dag 4:
Overnachting:Pisa, Camping Torre Pendente |
Zondag, 16 mei - Naar Bastia in Corsica We hebben twee wekkers ingesteld en toch presteren we het om ons te verslapen. Om 5.45 uur worden we wakker van het geluid en de beweging rond onze camper. Alles moet nu in ijltempo gebeuren: wassen, eten, picknick maken voor op de boot, ... Oef, we zijn toch op tijd om met de karavaan van negen campers en zes caravans mee te rijden naar Livorno. Zodra we op de boot zijn, horen we dat iedereen, behalve onze reisleider, ongewild een "ommetje" gemaakt heeft om bij de juiste overzet te geraken. Hoe zou dat komen? De overtocht van Livorno naar Bastia duurt vier uur. Van Bastia is het nog een tiental kilometer naar Biguglia waar we een paar dagen op Camping San Damiano zullen verblijven. 13.00 u, 18°C en zon ... zon! Ons Corsica-avontuur is gestart. De camping ligt in een bos aan zee. Al direct maakt Willy mij attent op de geur die hier hangt. Inderdaad, zoals Napoleon en veel anderen voor ons, we "ruiken" Corsica. Terwijl enkele diehards een duik in het zwembad nemen, profiteren wij er van om een lange strandwandeling te maken. Van de gratis WiFi op de camping maken we gebruik om het thuisfront te contacteren. Bij een gemoedelijke drink 's avonds maken we nader kennis met onze reisgenoten.
Dag 5: 34 km |
Camping San Damiano - Biguglia |
Maandag, 17 mei - Bastia Acclimatiseren, luieren aan de camper, wandelen aan het strand . .. onze vrije voormiddag is zó om. 13.00 u: Een bus brengt ons naar het centrum van Bastia, de "Italiaans geïnspireerde" hoofdstad van La Corse du Nord en economische hoofdstad van Corsica. Met Le Petit Train rijden we naar de citadel in het hart van de oude stad terwijl de gids ons alle interessante gebouwen en plaatsen aanwijst. De Citadel omvat twee kapellen waarvan één nog altijd kathedraal genoemd wordt. Zelf vind ik de Citadel niet erg interessant. Het enig wat enigszins bijzonder is, is een kruisbeeld met een zwarte Christus en het interieur waar wit, blauw en rood marmer verwerkt is. Het toeristentreintje brengt ons terug naar de Place St. Nicolas. Van hier kunnen we de rest van de namiddag vrij rondkuieren. Dit imposante plein met aangelegde platanen en palmbomen heeft aan de ene kant uitzicht op de nieuwe haven en aan de andere kant restaurants, bistros en terrasjes. Willy en ik profiteren van de gelegenheid om bij het Bureau van de Carferries onze ticketten te laten wijzigen. We willen bij onze terugkeer naar het vasteland oversteken naar Nice in plaats van naar Livorno. Dat blijkt geen probleem. Mits we 53 euro bijbetalen is alles in orde. Er rest nog tijd genoeg om naar de oude stad te wandelen. We passeren bij wat overblijft van de Casabianca, een Franse onderzeeër die in 1943 stoottroepen van de vrije Fransen in Ajaccio aan land bracht. Willy is erg geïnteresseerd in onderzeeërs en we besteden dan ook de nodige aandacht aan dit monument. Dan stappen we richting oude haven, een schilderachtige plek met mooi uitzicht op de kerk van St.Jean-Baptiste met zijn dubbele toren. We lopen tot de pier en tot de haveningang. Aan de overkant, net binnen de haven ligt een bunker. Veel huizen staan er verwaarloosd bij en kunnen een laagje verf goed gebruiken. Tussen de gevels hangt de was te drogen. Rond de haven liggen uitnodigend terrasjes. Heeft het uitleg nodig? Hier vinden we de rest van de groep terug, genietend van een biertje of wijntje. 17.30 u: Nadat de buschauffeur zich kundig uit de overvolle parkeerplaats gewurmd heeft, rijdt hij ons terug naar de camping.
Dag 6:
Overnachting: Biguglia, Camping San Damiano |
Strand Biguglia Bastia |
Dinsdag, 18 mei - Cap Corse 7.45 u: Vandaag staat een daguitstap op het programma. Met de bus volgen we de kustweg rond de Cap Corse, de uiterst noordelijk gelegen landtong, de vinger van het eiland. De corniche begint in Bastia, loopt 40 kilometer door naar het noorden en is bijna nergens breder dan 12 kilometer. We beginnen onze toer langs de diep ingesneden, wilde westkust. De smalle weg kronkelt langs de grillige kust. Vangrails langs de kant van de ravijn zijn er zelden. Na iedere bocht kunnen plots tegenliggers opdoemen. Maar het landschap is spectaculair en de chauffeur kent zijn vak. Hij loodst ons veilig naar de meest interessante plekjes. In Patrimonio houden we onze eerste stop. Wij zijn hier in de wijnstreek waar de beroemde muskaatwijn van de Cap Corse verbouwd wordt. Zoals de Corsicanen gehecht zijn aan hun eigen identiteit, heeft ook de wijn een heel eigen karakter door de toepassing van druivenrassen die op het vasteland zelden te vinden zijn. Het is nog vroeg in de morgen wat ons niet belet om in een van de vele wijnkelders een wijntje te degusteren en ... te kopen! |
Cap Corse |
Onze volgende halte is Nonza, een schilderachtig middeleeuws dorpje dat balanceert op een hoge rots die uit de zee oprijst.
Vanaf de verdedigingstoren heb je een uniek zicht over de baai met het grijs-zwarte strand dat sterk contrasteert met de azuurblauwe zee.
De asbesthoudende keien op het strand zijn restanten van een voormalige asbest fabriek die in 1965 gesloten is. Je mag er wandelen maar best niet zwemmen. Het puin zou niet giftig zijn want alleen verwerkt asbest is gevaarlijk (zegt men). Het strand is ondanks bijzonder mooi! Het 16de-eeuwse kerkje van Sainte-Julie is jammer genoeg gesloten. Regelmatig komen we een club veelkleurige 2PK-tjes tegen die blijkbaar ook de toer van de Cap Corse doen. |
Nonza |
Wat later zijn we bij de Belvedère du Moulin Mattei.
De oude windmolen werd gerestaureerd door Mattei, de fabrikant van de beroemde aperitief Cap Corse, die zijn naam er aan gaf.
Het is een flink eindje wandelen vanaf de parkeerplaats tot bij de molen.
Het uitzicht loont de moeite. Van op de heuvel zie je aan de ene kant tot het eiland Giraglia en aan de andere kant over de baai van Centuri. We kronkelen verder langs groene heuvels en dorpjes, langs torens en grafkapelletjes die tegen de berghelling aangebouwd zijn te midden van weelderige plantengroei. In het toeristische Macinaggio nemen we middagpauze. Aan de kleine jachthaven zijn restaurantjes, kroegjes en terrasjes. Een dame passeert hier heel parmantig met in beide handen een nog levende reuzenspinkrab. Trots vertelt ze ons dat haar broer die pas gevangen heeft. Dit wil ik absoluut vastleggen op foto en de dame poseert gewillig. Op onze route rond de kaap zien we regelmatig ruïnes van de plompe, ronde uitkijktorens die in de tijd door de Genuezen gebouwd werden als verdediging tegen zeerovers. Met licht- en rooksignalen kon heel het eiland gewaarschuwd worden als er gevaar dreigde. Tegenwoordig geven ze alleen maar charme aan de omgeving en staan mooi op foto's als herinnering aan Corsica. |
Belvedère du Moulin Mattei |
In tegenstelling tot de ruige, bergachtige westkust is de oostkust zacht glooiend en minder ruw.
De weg is breder en vlakker; er zijn meer haventjes en zandstranden wat voor toeristen aanlokkelijker is. De bus rijdt ons verder zuidwaarts. Hier en daar stopt hij op schilderachtige plekjes, tenminste als er parkeermogelijkheid is. Zo komen we in het riante Erbalunga dat uitnodigt om gefotografeerd te worden. Na een lange, ontspannende halte in dit lieflijke vissersdorpje keren we via Bastia terug naar de camping Het was een vermoeiende uitstap maar beslist de moeite waard. Dankzij een geroutineerde buschauffeur die ons veilig de kaap rondreed, konden wij alle onze tijd en aandacht besteden aan de prachtige omgeving. Met ons camperke een rondje Cap Corse doen, langs die moeilijk weg, zou heel wat minder geweest zijn! We sluiten onze dag af met een lekker etentje in het plaatselijke restaurant La Pagode.
Dag 7:
Overnachting: Biguglia, Camping San Damiano |
Erbalunga |
Woensdag, 19 mei - Naar Calvi Van Biguglia bij Bastia verplaatsen we ons naar Calvi, een grote stad aan de westkust. In Canonica maken we een korte stop om het romaanse kerkje en de opgegraven resten van de oude Romeinse stad Mariana te bezichtigen. En dan ... weer "en route". Onderweg is er practisch geen mogelijkheid om met de camper te parkeren dus snorren we verder en genieten al rijdend van het mooie landschap. 12.00 u en 18°C: Het regent, dondert, bliksemt ... Volgens de weersvoorspellingen is het slechts tijdelijk en zou het morgen weer droog en zonnig zijn. Ondanks willen Willy en ik naar de zee en naar het centrum van de stad. Zodra het iets minder erg regent stappen we op, gewapend met anorak en paraplu. We wandelen door de smalle winkelstraatjes en gaan een lekker pintje drinken in een van de vele bistros met zicht op de haven. Het is toch nog een fijne vrije namiddag geworden. Alhoewel... terwijl we de twee kilometer terug naar de camping stappen, is het gestopt met stilletjes regenen en het begint te gieten. De regen stort met bakken neer en ondanks onze paraplu worden we allebei door en door nat.
Dag 8: 111 km |
Canonica - Romaans kerkje |
Camping Bella Vista - Calvi Calvi |
Donderdag, 20 mei - Calvi Om 10.00 uur trekken we met de hele groep de stad in waar Eugeen ons op deskundige wijze rondleidt. Calvi ligt aan een onmetelijke baai met lang strand. De stad is tegenwoordig half legerplaats, half vakantieoord. Er is de Citadel met de oude stad die op een landtong ligt en de nieuwe, benedenstad met de vissers- en plezierjachthaven die strand- en wandeltoeristen trekt. De Citadel, vroeger het Paleis van de Genuese Gouverneur, fungeert tegenwoordig als legerplaats voor een regiment van het Vreemdelingenlegioen. Evenwijdig aan de kade liggen druk bezochte winkelstraten. Calvi is een zeer oude, trotse stad met een woelige geschiedenis. Ze is ooit door de Romeinen gesticht rond de eerste eeuw na Christus. Aan Genua bleven de inwoners het langst trouw, wat we terugvinden in de gebeeldhouwde wapenspreuk boven de toegangspoort van de citadel: "Civitas Calvi semper fidelis" of "Calvi, de immer trouwe stad". De Tour de Sel, de uitkijktoren aan de voet van de citadel was vroeger een opslagplaats van het aangevoerde zout. De 13de-eeuwse kerk Saint Jean Baptiste bevat veel oude kunstschatten en is zeker een bezoekje waard. Het meest eigenaardige hier zijn de balkonnetjes met traliewerk, bestemd voor de dames uit hogere kringen om incognito de mis bij te wonen. Calvi beroept zich er op veel beroemde personen gekend te hebben. In 1794 verloor admiraal Nelson hier een oog bij een ontploffing. Het "Maison Pacciola" zou een onderduikadres van Napoleon geweest zijn. En dan is er nog de ruïne van het geboortehuis van Christoffel Colombus. Voor we het beseffen is de voormiddag om. Op het grote plein aan de haven eten we onze picknick en nadien rusten we uit op een terrasje met een Corsicaanse Pietra. |
Natuurreservaat Scandola Tafoni |
Scandola 14.30 u: We schepen in voor een "promenade en mer" langs het natuurreservaat Scandola tot de baai van Girolata. Dit gebied aan de wilde westkust staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco en is zo bijzonder dat niemand er mag komen. Vissen en duiken is er niet toegestaan. Het bekijken kan alleen met een boottocht. We hebben geluk, de zon schijnt en de zee is kalm. Eerst varen we langs de Citadel die er vanaf de boot nog indrukwekkender uitziet. Dan varen we door een adembenemend landschap. Hoge, steile kliffen rijzen op uit de zee. Imposante, bizarre oranjerode en roestbruine rotsformaties geërodeerd door de wind en het water contrasteren met de groene bergflanken en het azuurblauw van de zee. Onmogelijk dit kleurenspel in foto's te vangen. Camera's en fototoestellen staan roodgloeiend. Iedereen tracht dit machtige schouwspel vast te leggen. In dit natuurgebied zijn zeldzame vogelsoorten gehuisvest zoals visarenden, koningsarenden, lammergieren, slechtvalken, kuifaalscholvers, ... We hebben geen geluk. Er zijn geen vogels te zien, ook geen dolfijnen. Wel zie ik heel hoog op de top van een rots dieren bewegen. Met het blote oog kan ik ze niet herkennen. Als ik in de camper mijn foto's in macro bekijk, zie ik duidelijk dat het moeflons zijn. De boot vaart tot Girolata, een uiterst afgelegen gehucht met amper 15 inwoners. Via land is dit plaatsje alleen te voet bereikbaar na een wandeling van vier uur. Sommige boten stoppen in Girolata, onze boot spijtig genoeg niet. Hij maakt rechtsomkeer en vaart in ijltempo terug naar Calvi. We stappen terug naar de camping. En wat zien we onderweg? De club 2PK-tjes logeren in onze straat. Later op de avond zitten we gezellig samen rond de camper van An en Ludo die trakteren voor hun huwelijksverjaardag. Het was een zalige dag! Dag 9: Overnachting: Calvi, Camping Bella Vista |
Maquis |
Vrijdag, 21 mei - Calvi 9.00 u: De 19de-eeuwse Chapelle de Notre Dame de la Serra ligt op ongeveer 6 kilometer van de camping op een heuvel buiten de stad. Wie een auto ter beschikking heeft, neemt geïnteresseerden mee en zo geraken we allemaal ter plaatse. Naast de kapel is vooral het landschap interessant. We volgen een wandelpad door de maquis, het dichte struikgewas bezaaid met planten en bloemen, met mirte, kuiflavendel, sierdistels, rozemarijn, heide, cistusrozen, helleborus, valeriaan, Corsicaanse vetblad, ... We lopen tussen "tafoni", rotsen met eigenaardig geërodeerde uitholling. Dit is echt honderd percent genieten van de typisch Corsicaanse natuur. Tegen de middag zijn we terug maar niet voor lang. |
Het bergachtige Balagna |
Les vieux villages de Balagne 13.00 u en 22°C: De bus haalt ons op voor een uitstap naar "de oude dorpen van de Balagna". Het bergachtige Balagne loopt zachtjes af naar zee. Op de vruchtbare hellingen groeien olijf- en andere boomgaarden . Vroeger werd deze streek "De tuin van Corsica" genoemd. Voor traditionele landbouw moest je in de Balagne zijn, nu heeft men zich eerder op toerisme gericht. We rijden door dit typisch Corsicaans landschap met aan de ene kant de hoge bergen en aan de andere kant onbegrensde vergezichten over de maquis, de boomgaarden en de Middellandse zee. Via de N197 en de D151 komen we in Calenzana waar we een eerste stop houden. En ... hier zijn ze weer, "de 2PK-club" alsof ze ons achtervolgen. We rijden verder met de D151 langs Zilia tot Lunghignano met zijn oliemolen. Hier houden we halt bij Georges, die al op ons staat te wachten. Georges is de ezel die om de twee jaar de oude oliemolen uit 1850 doet draaien. Eerst krijgen we wat uitleg en demonstratie over olijfpersen. Dan wordt het proeven van allerlei soorten olie en andere Corsicaanse producten zoals kaas, honig, kruiden en pesto's bereid met olijfolie. Al dat lekkers kan je hier kopen aan toeristisch dure prijzen. |
We toeren verder met de D151 door Montemaggiore, Cateri naar Sant'Antonino. Dit perfect bewaard gebleven middeleeuws bergdorpje ligt op 500 m hoogte en zou volgens sommigen het oudste dorp van Corsica zijn. De bus parkeert op het plein beneden bij de kerk. Willy wandelt mee met de groep door de smalle doolhof van geplaveide straatjes en overwelfde doorgangen. Zelf heb ik last van rugpijn en ga liever een terrasje doen. Bij de ecoboerderij bestel ik een bio-citroendrankje en wacht tot ze terugzijn. Nu moeten we een eindje terug naar de D151 om via Pigna naar de bad- en havenstad Île Rousse te rijden. Door de winkelstraatjes slenteren we tot de markthal met 21 zuilen. We kopen een ijsje en zoeken een bank op het plein om wat uit te rusten. Nadien wandelen we langs de kust terug naar de bus. Met de N197 over Lumio breng de bus ons terug naar Camping Bella Vista. Eindelijk terug! Het was een prachtige uitstap maar het is genoeg geweest voor vandaag. We zijn moe en gaan met de kippen op stok want morgen staat nog een zware tocht op het programma. Dag 10: Overnachting: Calvi, Camping Bella Vista |
Scala di Santa Regina Via de kustweg van Porto naar Calvi |
Zaterdag, 22 mei - Scala di Santa Regina en Golf van Porto Om 8.30 uur vertrekken we voor een daguitstap naar twee van de 7 natuurwonderen van Corsica: de Scala di Santa Regina en de Golf van Porto. Met de ons reeds bekende N197 rijden we richting Francardo en volgen nadien de D84. Zo komen we bij de imposante kloof van Santa Regina met aan de voet de bergstroom, de Golo. Op het meest indrukwekkende punt maken we een fotostop om dit natuurmonument te vereeuwigen. De lucht is overtrokken. Een beetje zon zou veel mooiere foto's geven. We blijven de D84 volgen richting Calacuccia. Tegen de middag zijn we bij de Col de Verghio aan de Fer à cheval. Samen met nog een paar andere minder mobielen trek ik naar het restaurant om er de innerlijke mens te versterken. De sportievelingen trekken hun bergwandelschoenen aan en met de picknick in de rugzak stappen ze op. Ze volgen "Les sentiers de Radule", een wandelroute die een stukje de beroemde GR20 volgt. Na een paar uur zijn ze terug, moe en voldaan. Het moet een echte beleving geweest zijn. Als ik de foto's bekijk die Willy gemaakt heeft, besef ik dat ik "iets gemist" heb. De zon is doorgebroken en de hele omgeving ziet er een stuk kleurrijker en vrolijker uit. We zetten onze toer verder langs Evisa naar de Golf van Porto, wat beslist de mooiste kust van Corsica is. Het is een van de Corsicaanse "merveilles" die door de Unesco als natuurmonument is geklasseerd. Op een terrasje genieten we van het schitterend panorama. Daarna rijden we via de kustweg terug naar Calvi onderweg genietend van de uitgestrekte landschappen die voorbijschuiven. Dag 11: Overnachting: Calvi, Camping Bella Vista |
Zondag, 23 mei - naar Ghisonaccia 8.00 u en 17°C: We volgen de N197, N193, N198 en N200. De weg is mooi en deze keer zijn er wel plaatsjes om tussendoor even te stoppen. Voorbij Corte, in Altiani, moeten we over een bruggetje over de Tavignano dat zo smal is dat we er met de camper amper doorkunnen. Aan de overkant van de brug is een parkeerplaatsje. Ideaal om te stoppen, fotoke te schieten, te lunchen en even uit te rusten. 14.00 u en 25°C: We arriveren in Arinella Bianca, een "super-de-luxe" camping aan zee met zwembadcomplex en veel volk en animatie. Wat een verschil met de rustige Camping Bella Vista waar weinig kampeerders waren.
Dag 12: 151 km |
Altiani |
Maandag, 24 mei 8.00 u, 18°C en stralend weer! Met de beschikbare wagens rijden we naar de archeologische site in Aléria. Ludo en Rudi kwamen met de fiets en staan al op ons te wachten wat betekent dat ze hun weddingschap met Eugeen gewonnen hebben. Na een rondleiding in de site bezoeken we het museum. Ik citeer een gezegde van een van de mannen: "De site was niet zo interessant, de gidse des te meer." Om de voormiddag af te ronden stoppen we op de terugweg even bij Domaine Mavela. De distillerij produceert eaux-de-vie, likeuren en whisky. Er wordt weer eens duchtig gekocht en vooral veel geproefd. De rest van de dag vullen we met wandelen aan zee, afkoelen in het zwembad, lezen en luieren ... gewoon relaxen. Dag 13: Overnachting: Ghisonaccia, Camping Arinella Bianca |
Camping Arinella Bianca |
Woensdag, 26 mei - Corte Vandaag bezoeken we Corte, de voormalige hoofdstad en de grootste stad van het binnenland. Met de N198 rijden we langs Ghisoni naar de Col de Sorba die een hoogte van 1311 meter heeft. De pancarde vermeldt een hoogte van 13111 meter wat een ludieke vergissing is, dat laatste 1-tje is er eentje teveel. Rudi presteerde het gisteren, op onze vrije dag, deze col per fiets te beklimmen en dat bij 28°C. Chapeau! We bollen verder door het ongeëvenaarde landschap maar niet lang. De bus heeft moeilijkheden. De remmen protesteren. Zelfs onze privégaragist Johnny kan het euvel niet verhelpen. Wat nu? De chauffeur zorgt voor een vervangbus die ons ophaalt en naar Corte brengt. Die bus neemt aanvankelijk nogal vaart maar even verder zitten we een half uur in de file! Om 13.30 u zijn we dan eindelijk in het nieuwe, benedengedeelte van Corte. De oude stad met de Citadel ligt op een steile rotsflank, op een hoogte van ongeveer 500 m. Zowel geografisch als historisch is Corte het hart van Corsica en is altijd het bolwerk van de onafhankelijkheidsstrijd geweest. Na onze lunchpauze, later dan gepland, nemen we "Le Petit Train de Corte" naar de Haute Ville. Het treintje brengt ons naar Place Gaffori, genoemd naar de held Generaal Gaffori, een belangrijk verzetsstrijder. Tijdens de afwezigheid van Gaffori namen de Genuezen zijn familieleden gevangen en gebruikten ze als gijzelaar. Op het pleintje staat zijn bronzen standbeeld met daarachter het voormalige woonhuis van de familie Gaffori met in de gevel de kogelgaten die de Genuezen in 1750 veroorzaakten. Eugeen loodst ons hogerop naar de Citadel, die hoog boven de stad uittorent. Het is de enige vesting in het binnenland van Corsica. Ze heeft een grote rol gespeeld in de militaire geschiedenis van het eiland. Hier bonden de Genuezen in 1746 de twaalfjarige zoon van Gaffori aan de kantelen vast en dreigden hem dood te schieten als de stad zich niet overgaf. Het grootste deel van de citadel is gebouwd in de 18de en 19de eeuw. De Fransen lieten hier in de kazematten hun politieke gevangenen verdwijnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deden de fascisten hetzelfde met de Corsicaanse patriotten. Sinds 1984 is de citadel eigendom van de stad en huisvest het "Musée d'Anthropologie de la Corse". Honderd meter lager dan de citadel ligt de Belvedère die een prachtig uitzicht geeft op de benedenstad en op de rivieren Restonica en Avignano. Corte is de enige universiteitsstad op het eiland. Waarschijnlijk is het daardoor dat we hier meer jonge mensen in de straten en op de terrasjes zien dan in de andere bergstreken. Met het toeristentreintje dalen we, door de smalle straatjes, weer af naar de parking bij het station. De bus die ons terug naar Ghisonaccia moet brengen, komt pas over een uur. Hier valt niets te beleven. Dus, om onze wachttijd aangenaam te doden, nemen we het treintje terug naar boven tot Place Paoli. Dit plein is genoemd naar de patriot Pascal Paoli, de held die Corsica in 1755 bevrijdde. Tussen de drukte op dit plein staat zijn bronzen beeld omgeven door restaurants en cafés. Een deel van de groep trekt met de steile trappen naar de winkeltjes in de bovenstad. Willy en ik gaan rustig een pastis drinken in een van de cafeetjes op het plein. Op het afgesproken uur brengt de bus ons met de N200 en de N198 terug naar Ghisonaccia. Het hele dagschema is anders verlopen dan verwacht. Voor een bezoek aan de Vallei van de Restonica is geen tijd meer. Er blijkt zelfs geen tijd meer voor een fatsoenlijke sanitaire stop. Onze dag vol hindernissen ronden we aangenaam af met een uiterst verzorgd dinertje in het restaurant van de camping. Dag 15: Overnachting: Ghisonaccia, Camping Arinella Bianca |
Op weg naar de Col de Sorba Le Petit Train de Corte Citadel de Corte |
Onderweg naar Bonifacio Borie |
Donderdag, 27 mei - Naar Bonifacio 8.00 u en 17°C: We verplaatsen ons naar het uiterste zuiden van het eiland. Met de N198 rijden we naar Camping Pertamina Village in Bonifacio, aan de Golf de Santa Manza. We doen het rustig aan en houden onderweg koffiepauze op een pittoresk plekje aan zee. De camping ligt midden in de natuur. Rond het zwembad is een prachtige aangelegde tuin met mimosa, oleanders, bougainvilles, ... . Dat wordt weer een dagje zwemmen, zonnen, ontspannen! Bij de bar is er gratis WiFi. Markant in deze camping zijn de "bories" die hier en daar staan. Bories zijn eeuwenoude stenen hutjes met ronde daken en anderhalve meter dikke muren, bouwsels van herders die ze als schuilplaatsen gebruikten voor hun kuddes. Waarschijnlijk stonden ze hier al vóóor de camping en hebben ze die "bories" niet willen of mogen afbreken.
Dag 16: 83 km |
Lavezzi Uitkijkpost waar scènes gefilmd werden voor de film "De Kanonnen van Navarone" |
Vrijdag, 28 mei - Bonifacio Bonifacio ligt zowat 6 km van de camping. Te voet niet te doen en op openbaar vervoer moet je in Corsica niet rekenen. Met wagens, sommigen met de fiets, rijden we naar de stad. We moeten beamen dat dit inderdaad de mooiste stad van Corsica is. De haven ligt in een inham tussen kalksteenrotsen. De ommuurde middeleeuwse bovenstad is gebouwd op een smal kalksteenschiereiland, 8o meter boven de zee. Ons bezoek aan Bonifacio beginnen we met een boottocht langs de falaises. We varen door de verdedigingslinies aan beide kanten van de haven naar de open zee. Al onmiddellijk stevenen we af op een grot onder de falaises, de grot van Sdragonato. Het water is diep blauw en kristalhelder. Boven in de grot is een opening waarvan de contouren lijken op een kaart van Corsica. De stuurman maakt hier heel behendig een "Williamson turn" en ... we varen weer buiten. Vanaf het water hebben we een buitengewoon indrukwekkend zicht op de citadel en de witte, uitgeschuurde krijtrotsen en de huizen die "over" de rotsen hangen. Het is adembenemend. We zien bizarre rotsformaties, de uitgehouwen uitkijkpost waar scènes gefilmd werden voor de film "De Kanonnen van Navarone", de ingang van de tunnel die onder het eiland doorloopt en de spectaculaire "Trap van de Koning van Aragon" met zijn 178 treden, ... Willy en ik zitten vooraan, ideaal om foto's te maken. De boot vaart tot "Les Îles de Lavezzi", een weergaloze doolhof van decoratief geërodeerde granieten rotseilandjes in tropisch blauw water. Het hoofdeiland Lavezzi is een beschermd reservaat vol wilde bloemen. Het is ook de mooiste duik- en snorkelplek van Corsica. Vrij over dit eiland ronddwalen kan niet. Alleen via afgebakende wandelpaden zijn een paar prachtstrandjes bereikbaar. Tegen de middag zijn we terug in de haven. |
Bonifacio Bonifacio: De huizen zweven boven het water |
Met het toeristentreintje komen we in de sfeervolle bovenstad.
Eugeen gidst ons weer eens door de oude stad Bonifacio met zijn wirwar van smalle straatjes met overspannen steunbogen, zijn winkeltjes, pittoreske pleintjes met terrasjes, het Paradeveld, het zeeliedenkerkhof en vele kerkjes.
De gotische, 13de-eeuwse Église Saint Dominique is gebouwd door de Tempeliers en heeft een merkwaardige meerhoekige klokkentoren.
Bezienswaardigst is de romaanse Église Sainte Marie Majeure met een opvallende vierkante toren. Het meest karakteristieke beeld van de stad wordt gevormd door de vesting "Bastion de l’Étendard", het "Bastion van het Vaandel", uit de 16de eeuw. Bij helder weer is vanaf de citadel de 12 kilometer verderop gelegen kust van Sardinië te zien. Eigenaardig in deze middeleeuwse stad zijn de hoge, dichtbij elkaar staande huizen met steile trappen, waar om veiligheidsredenen, de eerste verdieping alleen met een ladder te bereiken is. Die ladder wordt dan opgetrokken zodat niemand ongewenst binnenkan. Na onze rondleiding in de stad maken we een wandeling langs de afgronden van de krijtrotsen richting het zuidelijkste puntje van Corsica tot de vuurtoren. Het is snikheet. Vol goede moed beginnen we aan de tocht. Het pad loopt door typisch Corsicaanse begroeiing; het panorama over de kalkrotsen en de zee is prachtig en toch ... halfweg geef ik op en keer terug, te moe om nog te genieten van al dat moois. Willy volgt in mijn kielzog. We kiezen een schaduwrijk plekje en zitten een tijdje uit te puffen. Dan dalen we met de trappen af naar de benedenstad, naar de haven. Het is hier levendig en gezellig en er zijn tal van winkels, restaurants en cafeetjes. We nestelen ons op een terrasje. Als we een biertje bestellen, krijgen we van de garçon een uitgebreide uitleg. Willen we een Corsicaans biertje, gebrouwen op traditionele en authentieke wijze dan kunnen we kiezen tussen de Pietra, de Serena, de Colomba en de Torre. Hij raadt me een Serena aan, een blond kastanjebiertje geserveerd in een glas met een Morenhoofd. Tegen de afgesproken tijd treffen we de rest van de groep op de parking. Maar we kunnen de stad niet uit want juist hier is de "arrivée" van de "Course de Corse". 18.00 u: Eindelijk, we kunnen terug naar de camping. Het was een fantastische dag!
Dag 17:
Overnachting: Bonifacio, Camping U Farniente, Pertamina Village |
Alta Rocca Col de Bavella |
Zaterdag, 29 mei - Aiguilles de Bavella 8.00 u: Met de bus trekken we via Alta Rocca naar het beschermde natuurreservaat "Les Aiguilles de Bavella". Na een uurtje houden we een koffiestop in Solenzara. Dan rijden we het binnenland in en volgen de D268. De kronkelende weg is smal, met veel haarspeldbochten, maar de chauffeur loodst ons veilig naar boven ondertussen nog de nodige uitleg gevend. Af en toe wijst hij ons een van de vele "via ferrata", beveiligde klimparcours, aan. Soms moet de bus plots stoppen omdat halfwilde, veelkleurige zwijntjes pardoes de weg oversteken. Dat schijnt hier normaal te zijn. Op de meest uitgelezen plekjes stopt de bus om ons de gelegenheid te geven om te genieten van het landschap, rond te wandelen en alles digitaal vast te leggen. 10.00 u: De Col de Bavella, ligt op 1.218 meter en maakt deel uit van het berggebied Alta Rocca. Op dit punt wacht ons een imposant uitzicht op de roze, spitse granieten rotspunten, de "Aiguilles van Bavella" die tot 900 m hoog kunnen zijn. Terwijl we wandelen tussen de sparren en dennen zien we de mist geleidelijk een sluier leggen op de toppen van de rotsen. Een half uurtje later valt er niets meer te zien van de beroemde "naaldrotsen". |
Zondag, 30 mei - Vrije dag! We zouden een bezoek kunnen brengen aan Sartène of Filitosa maar Willy en ik verkiezen een rustdag te nemen.
Dag 19:
Overnachting: Bonifacio, Camping U Farniente, Pertamina Village |
Maandag, 31 mei - Naar Porticcio 8.00 u en 18°C: We verplaatsen ons naar het westen, naar Camping Le Sud in Porticcio, in de buurt van Ajaccio. We volgen de N196 en zijn na een uurtje in Sartène, een middeleeuwse bergstad. De stad wordt ook de meest Corsicaanse van het eiland genoemd, waarschijnlijk omdat de typische Corsicaanse "vendetta (bloedwraak)" hier bloediger en heviger was dan waar ook op Corsica. Vroeger woonden de machtige edelen van La Rocca hier. Nu nog woont er veel adel in en rond de stad. Sartene ligt op een hoogte van 350 meter op een groot rotsgedeelte van de hellingen van de Monte Rosso en hoewel de stad redelijk ver in het binnenland ligt, is ze vanaf de kust te zien. Bij het binnenrijden van de stad is een grote parkeerplaats waar we onze camper achterlaten. We volgen de steegjes en trappen die ons hoger en hoger leiden naar de Place de la Libération met de kerk en het stadhuis. De kerk en de huizen zijn gebouwd met grijze granietblokken uit de streek. Willy en ik houden van dergelijke oude plaatsjes maar vinden het jammer dat ze verknoeid worden door een overdaad aan toeristische souvenirwinkels. We volgen verder de N196 langs Propriano tot Prunelli waar we de D55 volgen richting Porticcio. Onderweg stoppen we aan de Super-U want onze voorraad moet hoognodig aangevuld worden. Ongeveer 15.00 u komen we aan in Camping le Sud, Plage Ruppiano. Hier horen we minder prettig nieuws. Er is een vergissing gebeurd. Ondanks de boeking door Pasar worden we hier niet verwacht en zijn er geen vijftien plaatsen voor ons voorzien. We moeten zelf een plaatsje en elektriciteit zoeken langs de weg of waar dan ook. Het valt uiteindelijk allemaal nogal mee. We staan op een pleintje bij de Pizzabar met uitzicht op de zee en het strand. En, we kunnen de zonsondergang zien vanaf het terras!
Dag 20: 135 km |
Sartène Camping le sud |
Dinsdag, 1 juni - Ajaccio We bezoeken het keizerlijke Ajaccio, de grootste stad van het eiland en hoofdstad van Corse du Sud. Ajaccio ligt aan een baai met zandstranden omringd door grote heuvels en heeft een mild klimaat wat veel strandtoeristen lokt. Er is het oude deel van de stad bij de haven met smalle straten en oude huizen en het nieuw deel dat hogerop ligt. Het hart van de stad wordt gevormd door de oude binnenstad. Dat Ajaccio de geboorteplaats is van de Franse keizer Napoleon Bonaparte en van de zanger Tino Rossi vinden we overal in de stad terug in standbeelden, musea, straatnamen,... We starten ons bezoek op de Place Général de Gaulle. Het plein ligt in een park en komt uit bij de baai. Op het plein staat een groot standbeeld van keizer Napoleon afgebeeld als Romeins keizer op zijn paard, met rondom iets lager zijn vier broers Joseph, Jerome, Louis en Lucien. Op de hoek van het plein staan bankjes onder weelderig met bougainvilles begroeide arcaden. |
Place Charles de Gaulle |
Na al die stadsindrukken en een overdosis "Napoleon" zijn we toe aan een portie rust en natuur.
Met de mooie Route des Îles Sanguinaires rijden we langs populaire zandstranden
naar de Pointe de la Parata, een kaap in de golf van Ajaccio Dit beschermd stukje natuur is een echte verademing. Kleine paadjes leiden ons naar de Tour de la Parata die bovenop de granieten heuvel staat. Vanaf hier hebben we een magnifiek zicht op de Sanguinaires-eilanden badend in het zonlicht. Er wordt beweerd dat de eilanden, de bloedeilanden, bij zonsondergang bloedrood kleuren, de kleur van het bloed vergoten door de talrijke piraten van vroeger. Nog even zalig uitrusten en genieten op het terras en we bussen terug naar de camping in Porticcio. Bij de camper van Ludo en An is het zicht op de zee met de zakkende zon het mooist. Dat wordt dus het plaatsje om samen te aperitieven en onze dag aangenaam af te ronden.
Dag 21:
Overnachting:Porticcio, Ruppione Plage, Camping Le Sud |
Tour de la Parata - Îles Sanguinaires |
Woensdag, 2 juni - Cargèse en Calanches de Piana 9.00 u en stralende zon! Het wordt onze laatste uitstap in Corsica. De bus rijdt via Ajaccio over Sagone en de Golf van Sagone naar Cargèse. Onze chauffeur van de dag is een rasechte Corsicaan die tussendoor trots zijn zangtalent demonstreert en ons trakteert op Corsicaanse liederen. De weg is misselijkmakend bochtig met aan de ene kant diepe ravijnen en aan de andere kant de grillig uitgesneden rotsen. Cargèse ligt op een vooruitstekende rots tussen de baaien van Sagone en Pero. Veel inwoners stammen af van Griekse vluchtelingen die in de 17de eeuw gevlucht waren voor de Ottomanen en zich hier vestigden. Vandaar het heel opmerkelijke in dit dorpje, twee in totaal verschillende stijl, tegenover elkaar gebouwde 19de-eeuwse kerkjes, een katholiek en een Grieks-orthodox. Het katholieke kerkje is heel eenvoudig met een barok interieur. Het Griekse heeft een prachtig interieur met iconen in Byzantijnse stijl en een 13de-eeuws, dubbelzijdig paneel van de kruisiging van Christus. |
Interieur Grieks-Orthodox kerkje |
We rijden verder naar de Calanches van Piana, een natuurgebied dat ook genoteerd staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.
De Calanches zijn indrukwekkende, rode rotsformaties die tot driehonderd meter hoogte loodrecht uit zee oprijzen.
Door erosie zijn er de bizarste vormen in uitgesleten, waarin je een hondenkop, een beer, een schildpad herkent. Onderweg stopt de bus op een in de rotsen uitgehouwen parkeerplaats. Wij wandelen te voet verder om intenser te kunnen genieten van dit magnifiek natuurfenomeen. Een eind verder pikt de bus ons weer op en brengt ons naar "La tête de chien". Na onze picknick wagen we ons aan de wandeling "Château Fort", eerder een klimpartij die ons naar een plateau leidt met als beloning een onvergetelijk panorama. Wat een apotheose! Dit is werkelijk het hoogtepunt van onze Corsicareis! |
Calanches de Piana |
Onze terugreis verloopt niet vlekkeloos. Een "boem..." en ... de bus heeft een klapband. Uitstappen ... weer instappen en heel langzaam verder rijden tot een vervangbus, die opgeroepen is, ons veilig naar de camping rijdt. Onze laatste dag in Porticcio sluiten we af met een etentje en danspartijtje op het terras van de Pizzabar met op de achtergrond de ondergaande zon. Dag 22: Overnachting:Porticcio, Ruppione Plage, Camping Le Sud |
Sunset in Porticcio |
Donderdag, 3 juni - Terug naar Biguglia, Bastia Met de N193 passeren de Col de Vizzavona, die een hoogte heeft van 1183 m, en rijden door Corte terug naar Biguglia waar we ook onze eerst dag op Corica verbleven. Het is onze laatste dag op Corsica. Morgen varen we terug naar het vasteland. Bij een diner in restaurant "La Pagode" nemen we alvast afscheid".
Dag 23: 146 km |
Dorpje onderweg van Ajaccio naar Biguglia |
Vrijdag, 4 juni - van Bastia naar Nice Om 13.00 scheept de groep in bij de Corsica Ferries voor de overtocht van Bastia naar Livorno. Nestor, Agnes, Willy en ik nemen de overzet van Bastia naar Nice die al om 8.00 uur afvaart. Vanaf dit punt reist ieder zijn eigen weg en op eigen ritme naar huis. Dit was het dan, onze zeer geslaagde Corsicareis. Eugeen, onze reisleider met zijn vrouw Jenny, hebben ons fantastisch en deskundig rondgeleid. Buiten een paar kleine tegenslagen met de bus, niet te vernoemen eigenlijk, was alles "bijna perfect" zowel het weer, de natuur, de landschappen en vooral het aangenaam gezelschap van een fijne groep. Bedankt iedereen! |
|
De veerboot Bastia - Nice doet er vijf en een half uur over. Stipt 13.30 uur ontschepen we in Nice. De thermometer wijst 30°C aan. Nu begint onze terugreis. Willy en ik maken er een minivakantie van. Van Nice rijden we met de Route d'Hiver voorbij de Barrage van Castillon naar Castellane. 16.30 u: Geïnstalleerd en wel in camping Domaine du Verdon. De camping aanvaardt zowel Goldcard als Acsi. Voor vandaag is het genoeg geweest. De rest van de dag doen we het kalm aan. 18.00 u en nog 27°C !
Dag 24: 110 km |
Castellane |
Zaterdag, 5 juni - Castellane Een heerlijk Provençaals zonnetje en 18°C! We volgen het wandelpad dat van de camping naar het centrum van het middeleeuwse stadje Castellane loopt. Voor ons torent een zevenhonderd meter hoge rots met bovenop La Chapelle Notre-Dame du Roc. We lopen door de smalle, oude straatjes en snuffelen wat rond op de typisch zuiderse markt, flaneren langs de winkeltjes met lokale producten, zoeken afkoeling op een terras en eindigen in het toeristenbureau om info over de Gorges du Verdon te bekomen. Ondertussen is de temperatuur gestegen tot 28°C. Dicht bij het centrum, aan de Pont du Roc over rivier de Verdon, is een camperplaats. Voor 5,50 euro kan je er overnachten en er is een servicezuil.
Dag 25:
Overnachting: Frankrijk, Castellane, Camping Domaine du Verdon |
Camping Domaine du Verdon - Castellane Rechteroever Gorges du Verdon Moustiers Sainte Marie |
Zondag, 6 juni - Rechteroever Gorges du Verdon We breien een vervolg aan onze Corsicareis en maken een tocht door de Gorges du Verdon, de Grand Canyon du Verdon, de grootste kloof in Europa. Dit spectaculair natuurgebied is één van de bekendste toeristische attracties in Frankrijk en erg geliefd bij natuurliefhebbers, wandelaars, fietsers, rafters en rotsbeklimmers. De donkergroene Verdon stroomt over een lengte van 25 km door een diepe ravijn vol grillige rotsen en kegelvormige pieken. Op sommige plaatsen ligt de rivier wel zevenhonderd meter diep waarbij de canyon slechts 6 meter breed is en bovenaan soms maar 200 meter. De kloven beginnen bij Castellane en eindigen in het stuwmeer van Sainte-Croix-du-Verdon bij Moustiers-Sainte-Marie. Met de D952 volgen we de rechteroever van de Verdon richting Point Sublime. Vanaf het 180 meter hoge uitkijkterras genieten we van een schitterend uitzicht op de Samson-kloof. Het zou natuurlijk een totaal andere ervaring zijn, moesten we de kloof doorvaren met een kajak of al raftend. Een paar kilometer verder, bij Palud sur Verdon, volgen we de Route des Crêtes (D23). Dit is pas echt de moeite. De weg, die gedeeltelijk eenrichtingsverkeer is, loopt letterlijk over de randen van de afgrond, met de ene haarspeldbocht na de andere, en is voorzien van de nodige stopplaatsen bij adembenemende uitzichtpunten. We hebben nog maar net de camper geparkeerd bij een van de "belvederes" of we zien al, vrij dichtbij, een gier zweven. Na een tijdje vliegt hij terug naar zijn nest, iets lager in de rotsen. Er staat een vogelliefhebber met fototoestel met grote lens en statief klaar om alles te vereeuwigen. Hij beweert van 8.00 uur deze morgen hier op de uitkijk te staan. Hij weet de nesten zijn en ook wanneer hij beweging kan verwachten. Een eindje verder zien we rotsbeklimmers in actie. Spannend! Zie maar op onze foto's. De Route des Crêtes eindigt terug bij Talud. Met de D952 rijden werichting Moustiers Ste Marie. 15.00 u: We spenderen 6 euro om op de camperplaats te overnachten. Zo hebben we alle tijd om het stadje te bezoeken en kunnen morgen rustig de rechteroever van de Gorges du Verdon doen. 30°C en heet! Heet en nergens een plekje schaduw! Het middeleeuws stadje ligt in een smalle uitsparing aan de voet van twee rotspieken. Vanop de parking zien we de ijzeren ketting met de gouden ster die na de kruistochten tussen de tweelingpieken werd opgehangen. Na een steile klim van ongeveer 10 minuten bereiken we het hartje van het toeristische ministadje dat beroemd is om zijn faience. We kunnen er niet naast kijken. De straatjes zijn een aaneenrijging van winkels waar faience keramiek te koop is. De 12de-eeuwse, romaanse kerk Notre Dame de l'Assomption is in 1928 prachtig gerestaureerd en heeft een Italiaanse klokkentoren die vier verdiepingen telt. Boven de stad ligt de kapel Notre-Dame de Beauvoir, hoog achter de ruïnes van de oude beschermende muren. Om er te geraken moeten we te voet een geplaveide helling van 262 treden op. Halfweg geef ik het op. Het mooie uitzicht over de rode daken van het dorp en de vallei van de Maire dat ons daar te wachten staat kan me niet motiveren om door te gaan. Op een van de vele terrasjes zoeken we rust en verfrissing met als achtergrondgeluid het kabbelende water van de stroom met kleine watervallen die dwars door de stad loopt.
Dag 26: 66 km |
Brug over het Lac Sainte Croix van de rechteroever van de Verdon naar de linkeroever Trigance |
Maandag, 7 juni Om ons rondje Grand Canyon du Verdon af te maken moeten we van Moustiers Ste Marie via de linkeroever van de kloof terug naar Castellane. We rijden naar Salles sur Verdon en net voor het dorp slaan we linksaf om via de D957 de rivier over te steken. Rechts zien we de Verdon uitstromen in het Lac de Sainte-Croix. In het opmerkelijke bergdorpje Aiguines houden we een eerste stop. De eigenaar van het 15de-eeuwse kasteel dat we hier zien is een Vlaming. Het kasteel is niet te bezichtigen. De kerk er naast kunnen we ook niet bezoeken want er is juist een dienst bezig. We lopen het dorpje door, kopen bij de bakker wat lokale gebakjes voor bij de koffie en bollen voort. Met de D71, de Corniche Sublime, passeren en stoppen we bij de Col de l'Illoire, le Cirque de Vaumale en "les Falaises des Cavaliers". Op het terras van de Auberge des Cavaliers is het uitzicht op de kloof uitzonderlijk mooi en daar profiteren we van. Het is al middag en het komt dus goed uit. Later, bij de brug "pont de l'Artuby" en bij "les balcons de Mescla" houden we een lange pauze want ook hier is het landschap groots. We verlaten de D71 en via de D90, het gehucht Trigance en de Pont de Soleils belanden we met de D952 terug in Castellane. Deze keer kiezen we voor Camping International Castellane. De camping aanvaardt zowel Goldcard en Acsi en overal op de camping is gratis WiFi.
Dag 27: 75 km |
Camping International Castellane |
Dinsdag, 8 juni Rustdag! 's Middags 24°C en een frisse wind. Dag 28: Overnachting: Frankrijk, Castellane, Route Napoléon, Camping International Castellane |
Woensdag, 9 juni - Van Castellane naar Villars les Dombes 9.00 u: We begeven ons een stapje dichter bij huis. Met de N85, de Route Napoléon, rijden we langs Sisteron naar Grenoble. Vanaf Grenoble gaat het met de D1075 langs Voiron tot Bourgoin-Jallieu. Nadien met de D1006 en veel rotondes richting Lyon/Paris bis en naar Villars-les-dombes. 17.00 u: Willy is al moe en toch wil hij nog een ommetje maken naar de Cité Médiévale de Pérouges. We maken een wandeling door het oude, volledig gerestaureerde dorpje waar ooit de film "De Drie Musketiers" is opgenomen. Op het centrale plein rusten we even uit op een terras en lessen onze dorst met een fris biertje. Een bezoek aan Pérouges is mooi meegenomen nu we toch in de buurt zijn en ... we hebben tegelijk wat beweging gehad. Om 19.30 uur komen we aan op de camperplaats bij het Vogelpark in Villars les Dombes. Er staan wel 30 campers. De parking is gratis. Tegenvaller ... de servicezuil is "buiten gebruik".
Dag 29: 361 km |
Landschap onderweg van Castellane naar Villars les Dombes Pérouges |
Donderdag, 10 juni - naar Metz 6.30 u: Het heeft een hele nacht geregend. Nu staat een zacht zonnetje aan een onbewolkte hemel. Met de RN83 rijden we langs Bourg-en-Bresse, Lons-le-Saunier tot Beçanson. Van hier volgen we de N57/E23 via Vesoul, Luxeuil-les-Bains, Nancy richting Metz. 16.00 u: Na een ererondje in de stad vinden we eindelijk de camperplaats. Er zijn 8 plaatsen voorzien op een mixparking bij de ingang van de camping municipal. We staan er met 20! Vanaf hier is het nog ongeveer 300 km naar huis en met snelweg. We zouden evengoed in een trek kunnen doorrijden. Maar we hebben geen haast en willen absoluut de stad Metz bezichtigen. Het is een sobere maar bijzonder aantrekkelijke stad. Twintig bruggen overspannen de Moezel en de Seille die hier samenkomen. Al van ver zien we de gotische, hoogliggende kathedraal St.Étienne met aan de buitenkant indrukwekkende luchtbogen en waterspuwers. De hoofdingang en de zijgevel hebben schitterende, gebeeldhouwde portalen. Binnen vallen vooral de prachtige glasramen op. Een orgel hangt als een zwaluwnest hoog boven een arcade. En, er is momenteel een moderne tentoonstelling in de kerk. Dichtbij de kathedraal ligt het oudste, Franse theater dat nog in gebruik is. De Place St.Louis is omgeven door 14de-eeuwse herenhuizen met arcaden. We slenteren rond het plein, flaneren door de winkelstraatjes en eindigen net voor sluitingstijd bij de enorme overdekte markt. We zullen nog eens moeten terugkomen want we hebben slechts geproefd van wat Metz te bieden heeft. Er is nog zoveel meer dat de moeite is.
Dag 30: 444 km |
Camperplaats Metz Metz |
Vrijdag, 11 juni - naar huis Het worden onze laatste kilometers. Nog een paar uur verder bollen en tegen de middag zijn we thuis. Wat een reis! Wat een ervaringen!
Dag 31: 314 km |
Groetjes van Willy en Andrea
Veel leesgenot !!!
Alles wat ik hier neerschrijf zoals adressen, prijzen, links naar andere sites, enz. zijn louter ter informatie. Ik ben niet verantwoordelijk voor gegevens die gewijzigd of fout zijn. Niets mag worden gekopieerd zonder mijn toelating. |
REISVERHALEN
FOTOSITE
GASTENBOEK